Nepal Saribung

Lo Manthang

De zon schijnt in Lo Manthang waar we gisterenmiddag rond lunchtijd zijn
aangekomen. De afgelopen week hebben we die zon niet alle dagen gezien, na
een eerste prachtige zonnige dag tussen Kagbeni en Chele begon het 's
nachts te regenen. De ommuurde kampeerplaats veranderde in een
onbeschrijfelijke glibberige modderpoel. Met regenjassen aan zijn we die
dag naar Shyanmochen gelopen, een pittige dag met veel hoogtemeters en
passen van rond de 3800 meter hoogte.
In Geling hebben we het Pal Sa Ngor Tashi Choe Ling klooster bezocht; een
algemene gebedsruimte en een gebedsruimte alleen toegankelijk voor mannen
met een bizarre verzameling voorlader musketten, zwaarden en een
zwartgeblakerde afgehakte hand (waar je natuurlijk gewoon aan mag zitten).
Vanaf de Ghemi La (pas) zie je beneden in de vallei het gelijknamige dorpje
omringd door landbouwvelden. Overal is de oogst in volle gang. Achter het
dorp zie je de langste manimuur (muur van gestapelde gebedsstenen) van
Mustang en daarachter weer de rode kliffen van Dhakmar.
Dhakmar ligt vlak onder rood gekleurde kliffen, waarin grotten zijn
uitgehakt die door de erosie nu niet eens meer te bereiken zijn. Je kunt
hier blijven fotograferen, de witgekleurde huizen, de groene boomgaarden, de
rode kliffen in combinatie met de felle zon.
Die middag zetten we ons kamp op bij Lo Gekar Ghar gompa, een klooster
zonder dorp. 's Middags lopen we nog 'even' naar Tsarang heen en weer, een
flinke wandeling van bijna 5 uur.
Over de Marang La van 4000 meter hoogte kom je op de hoogvlakte rond Lo
Manthang. Het stadje waar ooit 1000 mensen woonden, ligt strategisch langs
de route tussen India en Tibet. Binnen de stadswallen loop je door smalle
steegjes tussen de hoge huizen en de 3 kloosters en het paleis van de
koning. De sfeer is uiterst ontspannen.
Na een dag rust gaan we morgen weer op trek richting Dhi en Luri gompa. Na
Luri gompa verlaten we Mustang en beginnen aan onze expeditie naar het
basiskamp van de Saribung.